De Telegraaf: het geheim van de grootste krant van Nederland

Heeft u altijd al willen weten wat het geheim van De Telegraaf is? Wat maakt deze krant zo succesvol? Op 1 januari 1893 bracht jonkheer Henry Tindal, de eerste editie uit. Tot op de dag van vandaag verschijnt De Telegraaf nog dagelijks, afgezien van het verschijningsverbod in na de Tweede Wereldoorlog. Al jaren is de krant het grootste dagblad van Nederland.

Nederlandse krantenmarkt eind 19de eeuw

In 1893 is er volop concurrentie op de Nederlandse krantenmarkt. De krantenprijzen zijn laag, waardoor het lezerspubliek in een korte periode explosief stijgt. Echter, ook de verbeterde scholing, de verstedelijking, de emancipatie en de ontwikkelingen in de techniek – nieuwe zet- en druktechnieken en de opkomst van de telegraaf en de telefoon – maakten het mogelijk dat steeds meer mensen een of meerdere kranten gingen lezen. De gemiddelde krantenlezer was veelal een ontwikkelde lezer, da was dat ook noodzakelijk. Gezien de indeling van het nieuws was de krant een onoverzichtelijk geheel van letters was. Koppen en inhoudsregels werden nog niet toegepast. Alleen de rubrieken werden duidelijk aangegeven. De lezer moest zelf de berichten indelen in mate van belangrijkheid.

Collage Dagblad De Telegraaf

De belangstelling voor buitenlands nieuws is in Nederland altijd heel groot geweest. Aan het eind van de negentiende eeuw bleef dit onveranderd. De Telegraaf besteedde destijds ruim twee derde van de krant voor nieuws uit het buitenland.

Collage Krant De Telegraaf

Henry Tindal

Henry Tindal kreeg in 1883 eervol ontslag als legerkapitein door een oude verwonding. Vanaf dat moment besloot hij forse kritiek te leveren op het Nederlandse defensiebeleid door de regering diverse teksten, zoals brieven en brochures, te sturen. Om zijn teksten kracht bij te kunnen zetten, ging hij zich richtten op de uitgeverswereld. In 1888 werd hij eigenaar van De Amsterdammer, een politiek dagblad met een sociaal-liberale signatuur. Deze krant gebruikte hij te pas en te onpas als spreekbuis voor zijn politieke opvattingen.

Ook andere kranten plaatsten zijn teksten maar al te graag. Echter, in 1890 kwam daar een definitief einde aan. Tindal veroorzaakte een politieke rel, waardoor koning Willem II of de regering moest opstappen. Daarmee groef Tindal zijn eigen graf. De gehele pers viel over hem heen, met name het liberaal Algemeen Handelsblad. Dat was het begin van een lange strijd tussen Tindal en het Algemeen Handelsblad.

Lancering De Telegraaf

In 1892 kreeg Tindal het idee om een eigen krant op te richtten. Deze krant moest een tegenhanger zijn van het Algemeen Handelsblad, maar dan smaakvoller en krachtiger. In zijn familie- en vriendenkring had Tindal vermogende mannen zitten, waaronder zijn zwager tevens bierbrouwer Gerard Heineken en een nicht van zijn vrouw, Amy Grothe-Twiss, die hem wel geld wilden lenen. Het startschot van De Telegraaf was een feit.

Voordat Henry Tindal zijn krant - De Telegraaf - daadwerkelijk lanceerde, bracht hij eerst vijf proefexemplaren uit. Tindal wilde met name de concurrentie aangaan met het Amsterdams Handelsblad. Deze krant bracht destijds het belangrijkste financiële en economische nieuws uit in Amsterdam. De Telegraaf zou zich dan ook van het Amsterdams Handelsblad onderscheidden. Ze hadden eigen telefoonlijnen, waardoor ze het nieuws uit alle windstreken zo snel en volledig mogelijk konden verspreidden.

Faillissement

Vanaf 1895 kreeg de oprichter van De Telegraaf het te druk met andere zaken. Hij ging zich minder bemoeien met de inhoud van de krant om aandacht te besteden aan ozonexperimenten. Hiervoor richtte hij een ozononderneming op. Een zakenman was Henry Tindal echter niet. In de jaren dat hij de krant leidde, leverde de krant hem geen extra omzet op. Al zijn geld en dat van investeerders besteedde hij aan zijn ozonexperimenten en zakenreisjes naar het buitenland. Na drie jaar reizen, onder andere naar Rusland, en pr-activiteiten kwam de nieuwe onderneming in de problemen. En daarmee ook De Telegraaf. Ondanks de snelle oplagestijging en advertentie-inkomsten kon de krant niet uit de rode cijfers komen. De winsten die werden gemaakt, gingen direct naar de ozonexperimenten. In 1899 besloot de onnauwkeurige zakenman dan ook om redactionele bezuinigingen door te voeren. Met als gevolg dat vele redacteuren en directeur L. van Dam – na een conflict met Henry Tindal - vertrokken.
De Hoge Raad verklaarde Tindal op 6 december 1901 failliet. Hij zou ruim één miljoen aan schulden hebben gehad.

Collage Dagblad De Telegraaf

Overlijden opricht De Telegraaf

Enkele dagen later kreeg de failliete zakenman meerdere maagbloedingen en moest hij in bed blijven liggen. In januari 1902 kon hij een uitnodiging van het Russische Hof niet afslaan. Tegen doktersadvies in reisde Tindal naar Rusland. De kou in Rusland werd hem fataal. Op 30 januari overleed Henri Tindal. Zijn dood werd – afgezien van De Telegraaf, De Courant, Het Nieuws van den Dag en het weekblad De Prins – nauwelijks in de kranten vermeld. De Telegraaf belandde in de uitverkoop, maar verspreidde nog tot september 1902 het nieuws onder de titel ‘Het meeste verspreide groote dagblad’.

H.M.C. (Hak) Holdert (1879-1944) besloot het stokje over te nemen. Het kostte hem niet veel tijd om van De Telegraaf weer een populaire krant te maken. Holdert werd binnen de kortste keren vergeleken met de Britse persbaron Alfred Harmsworth, de oprichter van Daily Mail en Daily Mirror. Ruim veertig jaar lang wist hij succesvolle journalistiek onder de lezers te verspreiden.

Braaf en ingetogen

De Telegraaf was in de eerste jaren een brave en ingetogen krant vergeleken met een Frans dagblad, zowel qua inhoud als opmaak. De indeling van de rubrieken was altijd hetzelfde. Iedere editie begon met een redactionele opening, daarna volgde het uitgebreide buitenlandse nieuws (‘Buitenland’), vervolgens kwam pas de rubriek ‘Binnenland’ dat weer was onderverdeeld in diverse subrubrieken zoals ‘Persoverzicht’, ‘Stadsnieuws’ en ‘Verslagen’ (uit de Eerste en Tweede Kamer). Natuurlijk mocht het sensationele nieuws (‘Gemengd Nieuws’) en de ‘Officiële Berichten’ (waar onder de faillissementen en de militaire benoemingen) niet ontbreken. Aangezien De Telegraaf in eerste instantie een handelskrant is, werd 40% van de zes pagina’s gevuld met beurskoersen van Amsterdam, London en New York en andere financiële informatie.

Voorbeelden van onderwerpen die in De Telegraaf verschenen:

  • Het geruchtmakende rapport over de toestanden in het weeshuis Neerbosch (22 februari 1894)
  • Uitbreiding van het kiesrecht (7 april 1894)
  • Affaire zaak-Dreyfus (Emile Zola en de joodse legerkapitein Alfred Dreyfus: jaren 1898-1899)

Pro Zuid-Afrikaanse Boeren

Ten tijde van de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) koos De Telegraaf openlijk de kant van de Zuid-Afrikaanse Boeren. De gehele oorlogsperiode opende de krant met uitgebreide informatie over de ‘sympathieke’ Boeren. Het was dan ook niet heel verwonderlijk dat de lezers allemaal de kant van de Boeren hadden gekozen. In sommige gevallen, zoals het Europese tournee van president Paul Kruger, moesten zelfs rubrieken plaatsmaken voor de berichtgeving over de Tweede Boerenoorlog.

Collage Krant De Telegraaf

De Eerste Wereldoorlog

Kort nadat de ‘Wereldbrand’ op 1 augustus 1914 uitbrak, deelde Holdert de redactie van De Telegraaf mede dat de krant ‘pro Frans’ was en daarmee anti-Duits. Gedurende de Eerste Wereldoorlog zette de krant deze koers voort. Als enige Nederlandse krant. Alle andere kranten hielden zich aan de lijn van Den Haag. Nederland had als allerhoogste prioriteit om tijdens de oorlog neutraal te blijven.

Duitsland correspondent, G. Simons, kwam in een benarde situatie terecht. Tot de Eerste Wereldoorlog behoorde Simons tot de hoogst gewaardeerde medewerkers van De Telegraaf. Door zijn bekendheid met de Duitse financiële markt, kon hij mooi contracten met grote banken afsluiten. In ruil hiervoor kregen de stukken van Simons altijd een prominente plaats in de krant. Vanaf augustus 1914 krijgt Simons het moeilijk in Duistland. Hij noemt de anti-Duitse koers van de krant een ‘fisasco over de hele linie’. Simons verloor zijn goede naam, dat deed Holdert besluiten om hem in 1915 naar Amsterdam te halen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen al de geruchten rond Holdert zich had laten omkopen. ‘De Telegraaf zou zich in dienst hebben gesteld van de geallieerden in ruil voor inlichtingen of zelfs tegen betaling van ponden of francs.’ (M. Wolf: Het geheim van De Telegraaf) De partijen die oorlog voerden hadden graag de Nederlandse pers aan hun zijde. De Telegraaf was destijds niet de enige krant. Meerdere directeuren werden in die tijd van omkoping verdacht, zoals de directeur van de Nieuw Rotterdamsche Courant, De Maasbode en De Toekomst. Uiteindelijk lijkt het erop dat Holdert eerder op grond van ‘rationale afwegingen of oplagecalculaties in augustus 1914 puur uit emotie te handelen. Dat zijn krant zich móét uitspreken, staat vast: door onpartijdig oordeel en afstandelijkheid is De Telegraaf niet groot geworden.’ (M. Wolf: Het geheim van De Telegraaf)

Collage Dagblad De Telegraaf

Verslaglegging oorlog ter plaatse

In deze periode is de functie van oorlogscorrespondent ontstaan. De oorlogvoerende partijen gaven buitenlandse persbureaus alleen eenzijdige informatie, die ook nog eens streng geregisseerd werd. Vanwege deze onbetrouwbare bronnen, stuurden kranten zelf verslaggevers naar de grenzen.

De Telegraaf pro-Frans

De laatste twee jaren van de Eerste Wereldoorlog blijft De Telegraaf pro-Frans. Dit bleek niet alleen uit de commentaren, de columns en de reportages. In de gehele krant kon de lezer de Franse koers bespeuren. Zo kregen de kunstredacteuren Jan Gresshoff en Matthijs Vermeulen alle ruimte om hun pro-Franse hart te luchtten.

Topjaren voor De Telegraaf

Nog voordat Holdert twintig jaar aan het roer van De Telegraaf staat, kon de krant vergeleken worden met bekende Franse en Engelse massakranten. Na de Eerste Wereldoorlog telde De Telegraaf ruim 30.000 abonnees. In 1926 werd de grens van 100.000 gepasseerd en toen was het einde van de stijging nog niet eens in zicht. Het jaar 1921 was voor de krant een topjaar. De oplage steeg met bijna de helft van 38.530 naar 70.103 exemplaren. Dit was te danken aan ‘beeldrevolutie’ die plaatsvond. In De Telegraaf was vanaf 12 juli 1921 dagelijks beeldmateriaal te bewonderen. Een maand later kwam daar de dagelijkse strip bij.

Tevens ging de krant zich richten op mensen met een laag inkomen. De ‘weekabonnement’ werd gelanceerd. Aan het eind van elke week konden mensen besluiten of ze hun abonnement weer wilde verlengen. Indien de bezorger de week erop weer de krant moest bezorgen, gaf men aan het begin van de week de bezorger 35 cent. Hiervoor kregen zij zeven dagen lang, twee keer per dag (behalve op zon- en maandagen) De Telegraaf thuis bezorgd. Tot de Duitsers ons land binnenvielen…

De Telegraaf tijdens de Tweede Wereldoorlog

Op de avond dat generaal H.G. Winkelman in zijn radiorede de capitulatie bekendmaakte, had hoofdredacteur Jaap Goedemans Holdert geadviseerd de krant tijdelijk niet te laten verschijnen tot nader bericht van de inmiddels naar Engeland gevluchte regering. Holdert keerde daarop alle redacteuren alvast een extra maandsalaris uit. Echter, nog geen dag later kwam Holdert van zijn besluit terug. Hij wilde niet dat De Telegraaf in handen van de Duitsers kwam. Daarnaast bleek dat alle andere dagbladen wel waren verschenen. Alle redacteuren konden direct weer aan het werk. De krant werd niet stopgezet.

Steun aan de Duitsers

Holdert stelde alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn krant niet in handen van de Duitsers zou komen. Via zijn zoon Henri ‘Hakkie’ Holdert jr. kwam Holdert in juni 1940 in contact met J.C. Huygen. Huygen had goede contacten met A.A. Mussert, die leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was en hem in september 1940 tot secretaris-generaal van de NSB benoemde. Huygen zorgde ervoor dat Holdert in ruil voor substantiële financiële steun aan de NSB op steun van Mussert kon rekeningen om niet in Duitse handen te vallen. Hierbij ging het om een eenmalig bedrag van ƒ 25.000,-. Daarnaast kreeg Huygen een maandelijkse bijdrage van ƒ 1.000,-.

Naar aanleiding van een artikel van hoofdredacteur Goedemans over de Tachtigjarige Oorlog, waarin hij de Duitse bezetter vergelijkt met de destijds Spaanse overheid, werd Goedemans na een dienstverband van bijna 35 jaar door T. Goedewaagen (secretaris-generaal van het Nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten) op staande voet ontslagen. Volgens Goedewaagen verspreidde Goedemans sympathie voor verzet tegen een bezette overheid. Echter, de werkwijze van De Telegraaf in eerste oorlogsjaren stonden de Duitsers direct al niet aan. Een boete van ƒ 10.000,- volgde.

Na het ontslag van Goedemans kreeg J.C. Fraenkel leiding over de redacteuren. Onder zware druk van de Duitsers moest hij anti-joodse artikelen plaatsen en SS-frontreportages. Daar waar andere kranten besloten de artikelen te weigeren, deed De Telegraaf het wel. Zowel Fraenkel als De Telegraaf zijn na de oorlog daar zwaar op afgerekend.

Na het overlijden van Hendrik Holdert

In juli 1944 overleed Hendrik Holdert en trad Fraenkel af. De Telegraaf kwam in handen van Henri Holdert en daarmee ook in die van de Duitsers. Henri had goede banden met de SS. De drukkerij van De Telegraaf drukte gedurende de oorlog ook pro-Duitse kranten, zoals Deutsche Zeitung in den Niederlanden. Ook De Arbeiderspers drukte diverse drukwerken voor de Duitsers.

Verschijningsverbod De Telegraaf

Na de oorlog oordeelde de Commissie voor de Perszuivering dat Holdert de Duitsers steun bood in ruil voor het behoud van De Telegraaf. Maar met name zou het gaan uit pure baatzucht en welbewust de kant van de vijand te kiezen. Hiervoor besloot de commissie De Telegraaf een verschijningsverbod van dertig jaar te geven. In 1949 werd het verbod ook al weer opgeheven. Ondanks alle negatieve publiciteit groeide de krant weer uit tot grootste krant van Nederland.

Collage Krant De Telegraaf

Voorbeelden van publicaties die in De Telegraaf zijn verschenen

  • 7 mei 1965: Duits diplomaat herkend – De Telegraaf publiceert als eerst Nederlandse krant een explosieve foto van freelance fotograaf John de Rooy, die zich dagenlang in de bossen rond kasteel Drakensteyn schuil hield om prinses Beatrix en Claus in de tuin te kunnen betrappen.
  • 23 november 1967: Feestelijke mijlpaal in groeiproces van onze bladen – 500.000 abonnees!
  • 2 november 1979: Ik ben de zoon van prins Hendrik – De onthulling van het bestaan van de halfbroer van koningin Juliana (door Privé verslaggeefster Jos Hagers).
  • 2001-2002: In deze jaren was De Telegraaf bestrijder van Pim Fortuyn, waarop Fortuyn in de uitzending van Businessclass op 10 februari 2002 dreigde de krant kapot te maken.
  • 21 maart 2004: De eerste editie van De Telegraaf op Zondag. De krant kon direct aandacht besteden aan het overlijden van prinses Juliana en was daarmee de andere kranten voor.
  • 14 mei 2010: De krant bracht nieuws over de vliegramp bij Tripoli waarvan de inhoud onrechtmatig was verkregen. Zonder toestemming van de ouders werd een telefonisch interview met een minderjarige afgenomen.

Het vertrek van een aanvoerder

Zondagavond 17 mei 2015 ’s avonds. De klok is net half twaalf gepasseerd wanneer de redactieleden van De Telegraaf een e-mail ontvanger van directeur / uitgever Harry de Wit. De journalisten worden opgeschrikt met het nieuws dat hun hoofdredacteur Sjuul Paradijs na 29 dienstjaren per direct vertrekt. Waarom Paradijs de krant heeft verlaten, weet niemand. Hijzelf wil niets vertellen. En de directie houdt het bij een persbericht om reputatieschade van de ex-hoofdredacteur te voorkomen. Een bron binnen TMG (Telegraaf Media Groep) laat weten “het vertrek van Paradijs is onvermijdelijk. Het conflict tussen hoofdredacteur en uitgever is te hoog opgelopen”. De directie van De Telegraaf wil de krant opsplitsen in delen om de daling van onder andere de oplage van print en de advertentiekosten op te vangen. In de plannen van de directie lijken de hoofdredactie en de redactieraad weinig te zien. Zij vinden juist dat er één eindverantwoordelijke voor alle journalistieke beslissingen moet worden aangewezen om belangenconflicten.

Twee dagen laten maken de journalisten van De Telegraaf de krant voor Sjuul als eerbetoon. Op de voorpagina staat ‘Sjuul, deze krant is voor jou’. Onderaan de pagina is te lezen: ‘We zijn allemaal een beetje Sjuul’. Waarom was Paradijs zo geliefd onder de journalisten? Hij was de aanvoerder van de krant. Van ’s morgens zes uur tot ’s avonds elf uur was hij op de redactie aanwezig. Hij was betrokken bij de lezers van De Telegraaf. Bijna dagelijks belde hij abonnees die de krant meestal dreigden op te zeggen om financiële redenen. Hij richtte de publieke omroep WNL mede dankzij een campagne in De Telegraaf. Binnen twee weken kon de status aspirant-omroep worden aangevraagd, omdat 50.000 mensen lid waren geworden.

Zeven dagen de krant

Een aantal jaren verscheen De Telegraaf zeven dagen in de week. Van 21 maart 2004 tot en met 20 december 2009 kregen de abonnees elke zondag de krant in tabloid-formaat. De tegenvallende advertentie en abonnementsgelden en de dure druk- en bezorgkosten deed men besluiten weer terug te keren naar zes kranten per week. Tegenwoordig (per 10 oktober 2014) beschikt De Telegraaf over een digitale zondagkrant.

Het geheim van De Telegraaf

De Telegraaf staat vandaag de dag nog altijd bekend dat het de confrontatie aan gaat, zowel met organisaties als met personen en de overheid. Meningen worden niet onder stoelen en banken geschoven. Dat is wellicht ook de reden waarom De Telegraaf de grootste krant van Nederland is. Jan Blokker, een Nederlandse schrijver, journalist en columnist, heeft het eens als volgt geformuleerd: “Geen krant heeft de thermometer zo diep in de billen van de samenleving als De Telegraaf.”





Bronnen:
- Wolf, M. (2009). Het geheim van De Telegraaf – Geschiedenis van een krant. Amsterdam: Boom.
- De Telegraaf (1993). Een selectie uit De Telegraaf van 1893 tot en met 1992. Amsterdam: B.V. Dagblad De Telegraaf.